Een landelijke interieurstijl is puur. Pure materialen, zachte kleuren, binnen is buiten en buiten is binnen. Het hoeft allemaal niet zo netjes. Maar mag natuurlijk wel, dat is helemaal aan jou. Landelijk wonen betekent meestal dat je inrichting een warm geheel is, dat je het gevoel geeft dat het altijd een beetje vakantie is. Ontspannen lezen op een zachte bank bekleed met grof geweven linnen, een schapenvacht, simpele, onbewerkte houten meubelen, Alles straalt rust, eenvoud uit. Een interieur zonder poespas, alles is wat het is. Duidelijk, functioneel, robuust.
Binnen landelijk wonen zijn er best wat variaties. Voor sommigen is landelijk wonen een luxe leefstijl, denk aan groot een landhuis met jachtgeweren aan de muur en grote leren stoelen. Anderen associëren landelijk wonen juist met eenvoud, het simpele (geromantiseerde) leven op de boerderij. Een stoere houtkachel, houten krukjes, een oude houten tafel, smeedwerk, een wollen vloerkleed en een grote grenen servieskast.
De kleuren in een landelijk interieur zijn vaak aards, warm en zacht. Geen heftige kleuren, hoewel er wel met accentkleuren gespeeld wordt. Een overwegend grijs interieur met steenrode accenten bijvoorbeeld. Of een interieur met witte muren, veel onbehandeld hout en een grote groene bank.
In een landelijk interieur lijkt het vanzelfsprekend om overwegend natuurlijke, stoere materialen te gebruiken. Onbehandeld hout, steen, onbehandeld staal, smeedijzer, grove stoffen, dierenhuiden, leer, planten, keramiek.